API

API, hoe zit dat?

De afkorting API staat voor Application Programming Interface. Het betreft een verbinding die tussen computers of software wordt gelegd. Zo kunnen toepassingen aan elkaar worden gekoppeld zonder de noodzaak voor een diepgaande integratie. Software ontwikkelaars en diensten aanbieders kunnen de functionaliteit van hun eigen producten ter beschikking stellen aan andere ontwikkelaars.

Er zijn meerdere redenen om een API te verstrekken. Als commercieel product of door functionaliteit te verkopen aan software ontwikkelaars. Als externe oplossing die een alternatief biedt voor internet software ontwikkelen, of als manier om een product of dienst bij een groter publiek te brengen.

API’s bieden doorgaans een specifieke en omkaderde functionaliteit. Denk aan een betaalsysteem in een webshop dat door een externe betaalprovider wordt beheerd. Of de integratie van Google Maps in een applicatie die gebruik maakt van locatiebepaling.

Waar komt API vandaan?

De term Application Programming Interface dateert uit de jaren zestig van de twintigste eeuw. De praktijk van computersystemen koppelen stamt uit de jaren veertig. Hoewel de term API destijds nog niet in gebruik was, zouden modulaire software componenten in die tijd al ingezet worden.

Zo werkten Maurice Wilkes en David Wheeler aan modulaire software libraries voor het EDSAC computersysteem. Toen werden de subroutines van het systeem nog op geperforeerd papier gemaakt. Deze stroken papier werden als ‘libraries’ opgeslagen in kasten met unieke subroutines op ieder document waren geperforeerd. Op aanvraag werden subroutines ‘geladen’ waarmee het als voorloper van de moderne API kan worden beschouwd.

In de jaren zestig en zeventig zouden digitale API’s ontstaan. In 1968 werd het concept omschreven tijdens de AFIPS conferentie. Het doel hierbij was de hardware te scheiden van de software. Het was bijvoorbeeld niet nodig voor de programmeur om het beeldscherm aan te sturen.

Als het computersysteem werd vervangen dan kon de software direct op het nieuwe systeem worden geladen. In de jaren negentig kreeg de API de vorm die we nu kennen. Carl Malamud omschreef het als een set aan diensten die een programmeur kan gebruiken om specifieke taken uit te voeren.

Gebruik van Web API in de praktijk

Op dit moment is het met name de Web API die vaak toegepast wordt. Ontwikkelaars en dienstenaanbieders maken API’s waar andere bedrijven of organisaties gebruik van kunnen maken. Als een bezorgdienst bijvoorbeeld gebruik wil maken van adresbepaling, dan is het niet nodig om een kaart applicatie te schrijven. Er kan dan gebruik worden gemaakt van de Google Maps API om kaarten weer te geven en de positie van de gebruiker te bepalen.

Een Web API is ook een effectieve methode om informatie af te schermen voor derde partijen. Zo kan een webshop gebruik maken van een betaalmodule die een externe payment provider heeft ontwikkeld. De verkoper heeft geen toegang tot de betaalinformatie van de klant maar krijgt alleen de vereiste gegevens en betaalbevestiging van de verwerker te zien.

Zo kan gevoelige informatie afgeschermd worden. Naast informatie uitwisselen tussen computers en programma’s zijn API’s daarmee ook nuttig om belangrijke data juist af te schermen.

Handig artikel voor je?